Goede schoen niet voor elke atleet geschikt

Mindere loper heeft niets aan wedstrijdschoen

Door: Pieter van de Wiel

Van een trainer wordt veel kennis van zaken verwacht. Het schrijven van de trainingschema’s, het geven van voedingsadviezen, samenwerking met (para)medici én het voorkomen van blessures door een goede afstemming van belasting en belastbaarheid. Maar ook door kennis te delen over de sportkleding en –schoeisel. Pieter van de Wiel pleit voor regelmatige groepsvoorlichting over techniek, voeding, trainingsleer en uitrusting: door de trainer of een expert. Dit artikel geeft atletiektrainers enige handvatten om atleten, een niet commercieel getint advies over sportschoenen te kunnen geven.

Voor elke sport en sportonderdeel is tegenwoordig een specifieke schoen ontwikkeld. Ook voor vrijwel elke voet en loopstijl is een goede schoen te vinden. Hier schuilt echter tevens een gevaar: Iemand kan op goede schoenen lopen die totaal niet voor hem/haar geschikt zijn. Elk merk gebruikt zijn eigen terminologie en kent de schoen allerlei bijzondere eigenschappen toe: gewichtsbesparing, geavanceerde materialen; alles moet de sporter er van overtuigen dat op die betreffende schoen de beste prestaties kunnen worden geleverd. De functionaliteit voor de betreffende sport tezamen met de preventie tegen blessures zullen het zwaarst moeten wegen.

Basiseigenschappen:
Functionele schoeneigenschappen beïnvloeden de functie van het houding- en bewegingsapparaat. Een aantal basiseigenschappen van een goede sportschoen:
· Een stevig contrefort (hak- of hielstuk), die het hielbeen goed omsluit.
· De achtervoet moet torsiestijf (weerstand van een as tegen hoekverdraaiing) zijn ten opzichte van de voorvoet.
· Het buigpunt van de schoen moet overeenkomen met het buigpunt van de voet tijdens de sportbeoefening.
· Het liefst tussen de 1,2 en 1,5 cm hogere hak dan voorvoet voor de loop-/veldschoen en rond de 6 millimeter voor de zaalschoen.
· Een doorlopende zool. Dit geeft de schoen meer stevigheid. Een onderbroken of geknepen, smalle middenzool betekent stabiliteitverlies ter hoogte van de middenvoet, tenzij dit wordt gecompenseerd door een sterke verbinding tussen voorvoetzool en achtervoetzool.
· Goede ventilatie. Een goed ventilerende schoen zorgt voor drogere voeten en vermindert daarmee de kans op ontstaan van schimmelinfecties of blaarvorming.
· Voldoende vering (sportgerelateerd): Vering in de sportschoen kun je vergelijken met een gewone veer. Om een veer in te kunnen drukken moet je kracht zetten. De lengte waarover je de veer indrukt, is afhankelijk van de kracht die je zet. Naarmate een veer stijver wordt, is een grotere kracht nodig om hem in te drukken. Dit geldt ook voor de sportschoen. Hoe meer
kracht je zet met je voet, des te verder zal je voet de zool indrukken. In tegenstelling tot de zool geeft de grond nauwelijks mee. De grond kun je dus vergelijken met een hele stijve veer die heel moeilijk is in te drukken. Doordat je zool wel een stukje mee veert, komt je voet wat rustiger neer en wordt de klap op je gewrichten minder groot. Maar dat is niet de enige reden
waarom er vering in de sportschoen zit. Zodra je een veer loslaat springt deze weer terug naar zijn oude vorm. De opgeslagen veerenergie komt vrij op het moment dat je hem los laat. Voor een hardloper kan dit betekenen dat hij een klein beetje gelanceerd wordt door zijn schoenen wanneer hij zich weer afzet voor de volgende stap.
· Duurzame demping: Naast vering zit er ook demping in sportschoenen. Vergelijk dit met een stuiterbal die je laat vallen. De stuiterbal springt steeds minder hoog op omdat hij energie verliest. Dit wordt demping genoemd. Net zoals vering heeft de demping invloed op het hardlopen. Het zorgt ervoor dat de klap bij het neerkomen minder groot wordt. De beste demping blijkt echter de hielanding met een correcte afwikkeling te zijn! Het standaard binnenzooltje van de huidige sportschoen biedt in de meeste gevallen geen extra steun en heeft slechts een polsterende functie. De bodem van de schoen is verder vlak.

Vijf eisen
Hoe beoordeel je nu een sportschoen? Een sportschoen moet aan vijf basiseisen voldoen:
1 Er moet een stevige hielkap (contrefort) in zitten wat zorg voor het stabiel neerkomen van de voet na het eerste contant met de grond na hiellanding. Je kunt dat beoordelen door stevig met de duimen op de contrefortkap te drukken en dat mag daarbij niet naar binnenbuigen. Hoe steviger hoe beter, zeker bij een instabiele enkel. Bij de wedstrijdschoen is dat vaak iets minder stevig maar die wordt dan ook alleen bij een wedstrijd gebruikt en niet tijdens een training.
2 Verder heeft de schoen een bepaalde torsiestijfheid nodig wat gegeven wordt door de middenvoetbrug (crambreur). Het is als het ware de
verbinding tussen de achter- en voorvoet. Hoe stijver de schoen, hoe meer stabiliteit. Je kunt dat testen door de schoen met twee handen vast te pakken en als het ware te wringen. Hoe minder je dit kunt doen hoe stabieler de schoen.
3 Vervolgens testen we het buigpunt van de schoen. Een hardloopschoen hoort te buigen op het balpunt. Dit is het breedste punt van de voorvoet in een lichte schuine lijn van mediaal naar lateraal. Dit zorgt voor een goede afwikkeling van de voet. Let er op dat de schoen niet buigt in het midden van de schoen zoals op de foto is te zien. Ook mag de zool niet knikken. Met buigen wordt bedoeld dat de buiging over een ronde straal verloopt!
4 De zadels. Die zorgen ervoor dat het bovenwerk en de tussenzool één geheel vormen. Een zadel fixeert de voet.
5 De juiste pasvorm. De leest is belangrijk voor de pasvorm en stabiliteit. Let ook op de juiste lengte en breedtemaat.

Wedstrijdschoenen/spikes
Een bijzondere plaats onder de sportschoenen nemen de wedstrijdschoenen in. Hieronder reken ik ook de (loop)- spikes. In vergelijking met de gewone trainingschoen heeft een wedstrijdschoen een lager gewicht en hardere tussenzool. Een spike voegt daar nog extra grip op de ondergrond aan toe. Gewichtsbesparing en het toepassen van een hardere tussenzool gaan ten koste van functionaliteit gericht op het voorkomen van blessures. De (wedstrijd)atleet verwacht echter een extra functionaliteit: snelheid.
Extra vermogen in schoenen bouwen (zoals wel met bijvoorbeeld fietsen mogelijk is) mag en kan niet.
Het enige dat de fabrikanten van wedstrijdschoenen dus kunnen doen is de remmende werking verminderen en de door het lichaam geleverde energie, zo efficiënt mogelijk in een voorwaartse beweging om zetten.
Eelco van der Wind (Hoorn) en Ruud Vlutters (Enschede), deden onderzoek naar de functie van wedstrijdschoenen.
Hun conclusie: ‘Een wedstrijdschoen geeft de loper de mogelijkheid gebruik te maken van ingewikkelde energiereturnsystemen in het lichaam. Dankzij de elastische component in spieren en pezen kan op hoge snelheid relatief weinig energie verbruikt worden. Dit vergt een groot coördinatievermogen en voldoende kracht om deze loopstijl lang vast te houden. Zolang de loopstijl
gehandhaafd kan worden zal de loper, zeker qua energieverbruik en snelheid grote voordelen kunnen halen uit het dragen van een wedstrijdschoen. De loper dient zich er echter van bewust te zijn dat de voordelen snel verdwijnen als niet aan de randvoorwaarden wordt voldaan. Zodra het grondcontact
langer wordt, valt de energiewinst uit de elastische component weg. De voordelen die men haalt uit de harde landing en minder gewicht, verdwijnen. Waarschijnlijk gaat het gebrek aan demping en stabiliteit dan juist energie kosten. Het onderzoek van Hasegawa laat zien dat maar een relatief klein deel van de wedstrijdlopers in staat is de gevraagde stijl lang genoeg vast te houden.’
Het dragen van een wedstrijdschoen kan dus voordelen opleveren. De loper dient het energiereturnsysteem spiertechnisch dan wel te kunnen vasthouden. Dit is dan ook gelijk de beperkende factor. De trainer moet zich dus afvragen of het zin heeft een training op wedstrijdschoenen of spikes te laten lopen. Ook hierbij gaat het om belastbaarheid versus belasting. Bij het uitvoeren van veel herhalingen op wedstrijdschoenen/spikes wordt volgens mij de (schok)belasting onnodig hoog.

Nieuwe ontwikkelingen:
De laatste tijd zie we nieuwe concepten. Nieuwe en oude spelers proberen een graantje mee te pikken in de steeds groter wordende hardlopersmarkt. Tot nu toe is echter nog niemand gekomen met een alternatief dat voor de brede groep geschikt is. De schoenen die het blootvoets lopen moeten
simuleren (barefoot running Shoes), de hakloze schoen en de schoenen met de Cloudtec™-technologie van On Running zijn hiervan voorbeelden. Deze ‘revolutionaire’ schoenen voldoen niet aan de hierboven opgesomde basiseisen. Dit wil niet zeggen dat ze voor geen enkele atleet geschikt zijn.
Voor de grote groep is het echter af te raden. Een collega sportpodoloog is gevraagd mee te doen aan een onderzoek naar de hakloze schoen. Als middenvoetlander vond hij de schoen erg aangenaam.
De stabiliteit viel echter tegen. De schoen liet vrij gemakkelijk toe dat de voet naar overpronatie gaat.
Om deze reden raadde hij het af er een duurloop op te doen.
Als je als trainer een advies gevraagd wordt, verwijs dan ook naar onderzoeken (Google is in deze onze vriend). Alleen als diverse universiteiten er onafhankelijk onderzoek naar gedaan hebben, met de uitkomst dat de schoen het risico op blessures vermindert, kan de schoen geprobeerd worden. De websites van de fabrikanten moet met grote achterdocht gelezen worden. Hier zullen negatieve aspecten niet te lezen zijn!

Tips:
· breng afwisseling in de training door zo nu en dan – niet commerciële – voorlichting te geven ;
· laat atleten bij het kopen van schoenen in de winkel vragen of een sportpodoloog aanwezig is. Steeds meer serieuze sportzaken hebben er een in dienst;
· verkeerd schoeisel kan een belangrijke oorzaak zijn van allerlei blessures. Met goede voorlichting lever je als trainer een extra bijdrage aan het voorkomen van blessures;
· pak af en toe een paar schoenen en beoordeel ze volgens bovenstaande richtlijnen. Je krijgt zo een goed beeld van de verschillen tussen de diverse merken en modellen;
· houd jezelf op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen;
· overweeg of de snelheidstraining op spikes of wedstrijdschoenen verstandig is. Het voorkomen van blessures moet altijd voorop staan;
· neem nieuwe ontwikkelingen alleen serieus als er meerdere onafhankelijke academische onderzoeksrapporten beschikbaar zijn;

Bronnen:
· Functionele aspecten van sportschoenen, een scriptie in het kader van de opleiding tot sportpodoloog (Academie voor Podologie) P. van de Wiel en J. Lakeman.
· De (on)zin van wedstrijdschoenen, een scriptie in het kader van de opleiding tot sportpodoloog
(Academie voor Podologie) R. Vlutters en E. van der Wind
· Ruud Vlutters, sportpodoloog, loopschool Oldenzaal en Runnersworld Enschede
· Jacqueline Lakeman, Podopraktijk Lakeman, Schagen
Pieter van de Wiel (53) is lid van en sportverzorger bij AV-Hollandia. Hij is kwaliteitskundige, geregistreerd NGSsportmasseur, sporttherapeut en registersportpodoloog. Naast zijn baan als logistiek coördinator, heeft hij sinds kort een eigen praktijk voor sporttherapie en –podologie te Opperdoes

Bron: Digitaal magazine voor licentiehouders van de Atletiekunie, nummer 4, 1 december 2010